In het najaar van 2019 zijn we vijf weken afgereisd naar Corsica en Sardinië. Eén week voor de heen- en terugreis en twee weken voor elk eiland. Het lijkt heel wat maar om beide eilanden echt te verkennen heb je wel tweemaal die tijd nodig. Op veel plekken zijn we niet geweest omdat je anders niet uit de auto komt. Totaal hebben we ca. 5500km gereden waarvan zeg maar op elk eiland 1500km. Dat is toch nog ca. 100km/dag en met secundaire bergwegen zo'n drie uur gemiddeld per dag in de auto. De bootreis van Genua naar Bastia hadden we al in Juni geboekt en verder zouden we wel zien hoe e.e.a. zou verlopen. Het was tenslotte naseizoen dus naar verwachting geen drukke rijen voor de boot of camping. We hadden een grote en kleine tent meegenomen om flexibel te zijn. | ||
![]() Het idee was om twee a drie dagen op een camping te blijven, de omgeving te verkennen, en dan weer verder. Dus ca. vier a vijf kampeerplekken op elk eiland. Natuurlijk zowel in het binnenland als aan de kust gepland. Corsica is bergachtig en prachtig groen. Dit maakt Corsica uniek. Alleen de hoogste pieken zijn onbegroeid en bieden goede wandel- en klim mogelijkheden. Zeker in combinatie met het goede weer. Het eiland is in hoofdzaak afhankelijk van toerisme. Daarnaast is er inkomen vanuit de druiven- en kastanje teelt. Wat ons verraste was het groot aantal toeristen dat nog op het eiland was. De populaire campings aan zee waren nog goed bezet. Er waren meestal nog wel wat plekjes vrij maar niet direct aan het water. Op twee campings na. Daar konden we met onze tent aan zee staan zodat we 's morgens vroeg ons eerst konden opfrissen met een duik in het water. Ook al leef je bij de zee, zoals wij, is dit toch wel erg luxe. Pas vanaf half september werd het rustiger op het eiland. Alleen de grote campers met gepensioneerde stellen en de VW-campers van jonge (vooral Duitse ouders) met kleine kinderen bleef je zien. De drukte bemerkte je vooral op de populaire plekjes en de smalle kust- en binnenwegen. Iedereen rijdt hetzelfde rondje. Vierbaans hebben we niet gezien. En vanwege het ruige berglandschap -zowel in het hart als aan de kust van het eiland- was een recht stuk weg van 100m al een uitzondering. Niet eenvoudig in de bochten waar grote campers zelfs touringbussen moesten passeren. Maar die smalle bochtige wegen zijn natuurlijk het summum voor de vele motorrijders. Omdat veel toeristen uit Duitsland of Zwitserland kwamen was de BMW-GS favoriet. Elke camping had wel speciale voorzieningen om deze motorrijders te trekken. Het was een drukte van jewelste op de wegen met op elk uitkijkpunt wel één of meerdere geparkeerde auto's. Zelfs met de personenauto was het continu draaien en door je zijruit de bocht verkennen. Met een beetje pech rijd je de krassen in je deur bij het draaien van een binnenbocht door uitstekende rotspunten. Maar wat een uitzichten over de azuur-blauwe zee, prachtige groene ravijnen, pittoreske dorpjes en romantische ingesloten baaitjes met prachtige stranden. Soms alleen wandelend of over een onverharde weg te bereiken. Als je 14 dagen op één camping blijft zitten zul je hier niet veel van merken maar als je het eiland rondtrekt kun je veel moois zien. In het naseizoen toen wij er waren vonden wij het al druk. Rondtrekken in het hoofdseizoen zou niets voor ons zijn. In de file een dorpje bekijken, over de wegen kruipen met de auto en telkens campings afrijden om een vrij plekje te vinden. Dan is een motorfiets zeker aan te bevelen. Mits je een doorwaaipak meeneemt. Want wij hebben de gehele periode prachtig weer gehad met temperaturen overdag tussen de 25 en 30 gr. C. |
||
![]() Sardinië was een verluchting na Corsica. Het eiland heeft ongeveer dertig maal minder toeristen dan Corsica. Het gehele eiland is hierdoor veel toegankelijker. Bovendien is het wegenstelsel veel uitgebreider doordat het minder bergachtig is. Zo vind je nagenoeg geen landbouw en industrie op Corsica maar wel op Sardinië. Landbouw vooral in het binnen land en olie-raffinaderijen aan de kust in het Noorden- en Zuiden van het eiland. Sardinië lijkt ongerepter dan Corsica. Waarschijnlijk door het toerisme is elk eenvoudig bereikbaar plekje op Corsica geëxploiteerd. Buiten de begaanbare wegen is Corsica ook wel ongerept maar waar toeristen kunnen komen is alles hier op ingericht. En natuurlijk is ook het temperament van de bewoners op Sardinië anders dan op Corsica. Gelukkig is dit nog niet beïnvloed door het toerisme. Ook op Sardinië vind je voornamelijk Europese toeristen op een enkele Aziatische of Russische toerist na. De laatste categorie zal nog wel toenemen want in het Noorden van Sardinië en de grote steden zag je ze regelmatig en soms zag je ook al een Russisch menu. Wat we nooit hebben geweten -tot nu toe- is waar de Zwitsers hun vakantie vieren. Ons inziens kwamen de meeste toeristen in Sardinië uit Zwitserland, daarna Duitsland en vervolgens Nederland. Op Corsica zag je weer meer Fransen en minder Zwitsers. Duitsland was op beide eilanden, evenals in Domburg, goed vertegenwoordigd. Verder zijn de stranden even mooi als op Corsica. Wat we wel misten was één of meer campings in het binnenland. Aan de kust zijn er plenty maar in het binnenland hebben we er maar eentje gevonden en bovendien moeilijk bereikbaar met auto. Ook vind je er de druiventeelt en de kastanjebomen zoals op Corsica. De laatste echter in mindere mate. Wat je vooral ziet zijn olijfboomgaarden en kruk-eiken. Dit zijn twee belangrijke exportproducten van Sardinië. Ook zagen we meer koeien en vooral schapen dan op Corsica. Zo op toerisme gericht -en door bevangen- als Corsica is, zoveel rustiger is het op Sardine. Daar ervaarden we meer het normale dagelijkse leven. We zagen ook veel overeenkomsten met het vaste land van Italië. Op de piazza's gezellig keuvelende oude mannen. 's Morgens goed bezette koffiebars en tabacco's. Bij elk barretje of pizzeria rond vijf uur de arbeiders die een biertje komen halen. Op de spaggia's vanaf vier uur de huisvrouwen die hun huid komen bijkleuren en staan te keuvelen in het water of nabij de vloedlijn. Nabij de kathedralen en basilieken volle parkeerterreinen bij een dienst. Kortom het welbekende Italiaanse leven. Wat ons ook beviel was de lekkere en betaalbare koffie. Zeker in het binnenland. De prijzen liggen hier twee maal zo laag als aan de kust. En natuurlijk de heerlijke pasta, pizza, vis en risotto gerechten. Of een lekkere combinatie van dit alles samen met een prosecco. De campings, B&B en agritourismo zijn allen aan te bevelen. Prijzen resp. van €20,- tot €80,-/nacht voor twee personen. Ook een bijkomend voordeel in het naseizoen zijn de verlaagde kampeertarieven. De prijzen lagen soms wel 30% lager vanaf half september. Wij hebben geen slechte campings gezien. Zowel op Corsica als op Sardinië niet. Het zijn op beide eilanden meestal kleine vakantiedorpjes met alle faciliteiten. Niet echt onze keus maar echt kleine campings (op een enkele boerencamping na) hebben we niet gevonden. Doordat het echter weinig regent, blijft alles wel stoffig en geurend. Ook trekt dit vervelende vliegen aan. Dit naast de muggen die bij zonsondergang en -opkomst verschijnen. Daarnaast vind je op Sardinië vaak lagunes aan de kust, soms ook grenzend aan een camping, die vanwege de droogte in het najaar flink stinken en ook muggen aantrekken. In het voorjaar zal dit waarschijnlijk beter zijn en wellicht bezet door massa's flamingo's die wij in deze periode helaas niet hebben gezien. Kortom wij hebben een mooie tijd gehad. Lekker luieren, snorkelen, eten, zonnen en om de dag een flinke wandeling om fit te blijven |
||
![]() Maar voordat we met de veerboot richting Corsica vertrokken hebben we nog een dagje herinneringen opgehaald in Aosta. De heenreis verliep zo goed dat we na elf uur (incl. rustpauzes natuurlijk) al op de Camping in Pont stonden. Precies zo als we ons nog herinnerden uit 2003 toen we hier een poosje hebben gestaan. De volgende dag zijn we richting de Chivasso hut getogen eveneens zoals in 2003. Even kijken hoe het ging met de cortisonen spuit in de linker heup van Wim. Toch fijn dat we weer samen kunnen lopen. Het was goed weer dus wat wil je nog meer. Dag-rugzakken vol en gaan. Onze pizza herinnering uit 2003 konden we echter niet herhalen. Het restaurant naast de camping verkoopt geen pizza's meer. Maar hiervoor hebben we een mooi alternatief gevonden in Sardinië. Hierover later meer. |
||
![]() Zonder deze reis waren we vermoedelijk nooit in Genua gekomen. We waren er al eens doorheen gereden op weg naar huis vanuit Italië maar ook toen stonden we er niet bij stil om even te stoppen. Het oude centrum en het nieuwe 'Waterfront' zijn echter zeker een bezoek waard. In het oude centrum dat tegenaan de steile kustlijn aanligt ervaar je nog de sfeer vanuit het verleden. Levendige nauwe straatjes waar je beschermd tegen zon en wind, zoals in vele havensteden, kunt ronddwalen. Barretjes, tabacco's, pizzeria's, prachtige handelshuizen met binnenpleinen en achterin wat straatjes met prostituees. Ook van alle tijd en passend bij het bruisende leven van een drukke stad. De veerhaven is foei lelijk en ligt vol met grote veerboten en cruiseschepen. Gelukkig iets verwijderd, voor zover dit kan met deze beschamende grote schepen, van de oude stad. Het nieuwe 'Waterfront' ligt pal voor het oude centrum. Een modern ingerichte boulevard met jachthaven en het bekende zee-aquarium van Genua. De oude dwarskade's zijn volgebouwd met luxe winkels en restaurants. E.e.a. lijkt in evenwicht. Het is een formule die je vaker ziet. Kaapstad, San Francisco etc. ......... Nu nog de lelijke fly-over weghalen die langs de gehele boulevard loopt. Niettemin hebben wij er een fijne tijd gehad. Smullend van de Italiaanse gerechten en genietend van het ongeremde stadsleven en het heerlijke klimaat. |
||
![]() Na een rustig bootreisje van 7 uur kwamen we aan in Bastia. Er zijn meerdere plekken van waar je, uit het vaste land van Europa, kunt vertrekken (Genua, Savona, Toulon) maar dit hadden we nog niet door tijdens de boeking. Genua leek logisch dus dit werd het. Overigens geen probleem want alles verliep prima en met een tussenstop in Aosta ook niet onlogisch. In Genua hadden we een hotelletje geboekt vlakbij de veerhaven. Met de auto nog geen 5 minuten rijden. De boot meerde rond 15:00 aan in Bastia. Maar eer dat de boot leeg was en wij onderweg waren was het 16:00. Wij hadden onze zinnen gezet op de camping "Aqua Dolce" in St. Florent zo'n 15km naar het Westen aan de gelijknamige Golf. Een mooie middelgrote groene camping vlak aan zee. Dit leek ons een prima uitvalsbasis voor de komende drie dagen. Wellicht achteraf wat overdreven want in goed drie uur rijd je dwars over het eiland van Oost naar West. In elk geval kwamen we pas rond 17:00 aan op de camping en dan is deze meestal al goed bezet. Gelukkig waren er nog drie plekjes vrij dus snel de tent opzetten en om boodschappen voor de maaltijd. Genoeg om de rest van de avond gezellig voor de tent te kunnen zitten. |
||
|
||
![]() |
||
![]() Na drie nachten zijn we weer verder getrokken via de D5 en 'Ponte Nova' en 'Ponte Leccia' naar onze volgende camping 'Campita' in Omessa. De camping ligt nagenoeg aan de D84. De doorgaande route naar 'Golfe de Porto' onze volgende en derde bestemming. De D84 is veel bereden route vanwege de steile ravijnen langs de Golo rivier. Na het opzetten van de tent zijn we nog naar Corte gereden voor een wandeling door het stadje en een bezoek aan de bekende citadel en gekoppeld museum. De camping "Campita" ligt onder een dicht bladerendek aan een klein riviertje. Natuurlijk bij uitstek geschikt om even de vlieghengel uit te gooien. Helaas geen vis gezien. De camping was maar minimaal bezet en werd gerund door een blind oud baasje. Betalen en inchecken ging op de tast met hulp van de kampeerder zelf. Mooi dat dit nog kan op zo'n eiland. Dit was onze tweede camping voor €18,-/nacht. Een mooi begin. Eentje aan zee en eentje in de bergen. Onze tent opzetten danwel afbreken neemt voor ons ca. 15 minuten in beslag. Verder inrichten of leeghalen tevens 15 min. Dit duurt niet veel langer dan een kleine koepeltent en het blijft leuk om te trekken. Zo is dit al de 5e vakantie dat we deze tent meenemen. Het is een acht jaar oude "Eureka Outside Inn CV TC" van destijds €850,-. Hij bevalt ons prima en als we na deze vakantie naar huis gaan heeft hij totaal ca. 20 weken gestaan en is hij al ca. 40 keer opgezet. Dit komt neer op €850,-/20 wk is €42,50/wk. Het is een ruime koepeltent van geïmpregneerd katoen voor drie personen waar je goed rechtop in kan staan en ruim met twee stoelen in kan zitten. In 2012 hebben we wel de middenstukken van de voorste buizen vervangen door RVS. Dit is een zwak punt van dit model. Verder is er wat ons betreft geen betere tent wanneer deze in de auto past. Voor de individuele motorrijders en fietsers die ook met vaak een veel kleinere tent rond rijden is het een ander verhaal. Dan moet alles minutieus worden ingepakt hetgeen nogal wat tijd vergt. Een uur inpakken is dan normaal. Uitpakken gaat natuurlijk veel sneller. Onze maaltijden varieerden per dag afhankelijk van tijd en plaats. Op de camping hebben we maar één keer gekookt. Pasta natuurlijk. Verder was het stokbrood met salami of marmelade als ontbijt en lunch en een Mozzarella-salade met uitjes, olijven, tomaat en wat olijfolie als diner. De basilicum zat er vaak niet bij. Natuurlijk wel altijd een lekker bakje koffie, een biertje en een glas wijn. Als we uit eten gingen was het vaak pasta- of salade met vis (Frutti Di Mare) of pizza. De prijzen voor een lekkere margarita-pizza variëren van €6,- tot €13,-. |
||
|
||
![]() De wandeling er naar toe is niet spannend. Grotendeels over een gravelweg die zig-zag omhoog loopt die je af en toe kunt doorsteken via een korter paadje. Pas op het laatste stuk wordt het mooier. Dan is het wat klauteren over rotsblokken tot in het dal bij de 'Rifuge L'Ecru'. Daar heb je naast een beklimming naar de top nog meer wandelmogelijkheden. Na wat mijmeren over vroegere tijden zijn we terug gelopen naar de auto. Twee 60-plussers met knie- en heupproblemen die dit maar moeilijk kunnen accepteren. Twintig jaar geleden was de top een peulenschil geweest. Nu kunnen we alleen nog maar kijken ............. en dromen. |
||
![]() Na drie nachten in het binnenland zijn we weer doorgereden naar de volgende camping "La Liscia" aan de 'Golf van Sagone'. We zijn via de spannende en mooie D84 en een wandeling en lunch bij de oude Genuaanse brug bij Ota doorgereden tot aan het dorpje Sagone. De wandeling was een aangename afwisseling van het slingeren door de bergen. Het is niet gevaarlijk maar je moet wel van autorijden houden want het schiet niet op. Zeker niet op het traject langs de kust bij 'Du Calanche'. Een traject met rode rotsformaties die veel kijkers aantrekt. Touringcars vol, naast grote campers, naast fietsers, naast autorijders en motoren, veroorzaakten een lange file. Daarnaast stapte iedereen nog uit voor een foto. Voor het passeren van een touringcar in die smalle bochtjes moet de tegenligger even achteruit om ruimte te geven. Toch gaat alles door. Wat een waanzin. Wij hadden ons doel die dag gezet op de camping aan zee "A Marina" maar die was al vol rond 16:00. Dit dilemma hadden we al eerder ervaren. Onderweg dingen bekijken of bezoeken lijkt efficiënt maar de mooiste plekjes op de camping zijn dan -als je later dan 12:00 aankomt- al bezet. Gelukkig lag op nog geen 200m afstand verwijderd de camping "La Liscia". Een ruime en rustige camping met voldoende schaduwplekken maar helaas zonder het geruis van de zee op de achtergrond. Hoe het er 's zomers is kunnen we natuurlijk niet zeggen. De volgende dag zijn we een dagje gaan zonnen op één van de mooie stranden aan de golf. Onze keus viel op een klein keien-strandje onderaan een verblijf voor Franse pensionada's. Recht voor het dorpje 'Tuiccia'. Zeg maar een stukje privé strand zonder andere toeristen dan wij. |
||
Onze ervaring is dat het onderwaterleven overal wel hetzelfde is rondom de eilanden maar dat vooral de helderheid van het water varieert in de verschillende baaitjes. Dit door verschillende stromingen, windrichting en -kracht. Daardoor kan het water wat troebel worden. Dan zijn de foto's meestal wat blauw en wazig. Ook is het handig als de zon volop schijnt. Dan kun je weer wat dieper kijken. Het resultaat van de hele vakantie kun je hiernaast bekijken. |
||
![]() Na twee dagen aan de 'Golf van Sagone' zijn we via Ajaccio doorgereden naar Porto Pollo aan de 'Golf van Valinco'. We waren al vroeg onderweg en rond 10:00 in Ajaccio voordat de deuren van het 'Maison Napoleon Bonaparte' haar deuren opende. Een 'must see' voor als je in de buurt bent. Er staat overigens niets van Napoleon in het huis. Hij heeft er alleen zijn jeugd (t/m 9 jaar) doorgebracht. Je kunt de geschiedenis van de familie Bonaparte volgen maar zelfs het huis en de kamers zijn niet meer origineel. Afijn, zo kom je nog eens in Ajaccio. De oude stad is leuk om te zien maar daarnaast is er alleen een moderne boulevard en een grote veerhaven. Vanuit Sardinië op de terugweg naar Toulon hebben we de stad voor de 2e maal gezien maar dan vanaf zee. Verder reden we het laatste stuk over de D155 weer langs de kust en kun je genieten van prachtige vergezichten. Die feitelijk .... schaam, schaam, ..... al een beetje gewoon worden. Hiernaast nog een foto va de rode rotsformatie langs de kust bij 'Du Calanche'. Ook wij zijn dus uitgestapt voor een foto. |
||
![]() Kamperen 2019. In plaats van het kabbelen van de golven wordt de stilte verbroken door het geruis van airconditioners, koelkasten en het dichtslaan van deuren van campers. De ene camper nog groter dan de andere en van alle gemakken voorzien en volgeladen met fietsen, een motor of quad, surfplanken, een drone, een boot, scooters, steppen, kajak's, hippe suppen met peddels, etc. Daarnaast raast dit ook regelmatig over de camping richting toilet, winkel, zwembad en strand. En hoe fijn wanneer de avond valt en het stof is neergedaald .........?? Dan kun je de hele avond luisteren naar 'Bluetooth Speakers' of luide telefoongesprekken met het thuisfront. Het kamperen van weleer is er niet meer. Toen hoorde je nog wel eens per ongeluk een scheet en was je stil voor elkaar .... Intussen groeit het verlangen naar stilte zodat je weer kunt genieten van de nacht, de zee en het geluid van de krekels! |
||
![]() In de middag hebben we weer de snorkelspullen gepakt en nog wat voor de camping gezwommen. Meestal minimaal een uurtje of meer. Zoals ik me herinner was het water deels helder en deels troebel. Waar meer beweging was van boten werd het zand omgewoeld en het zicht onder water minder. Ideaal om direct vanuit de tent het water in te kunnen. Ook al hebben we de zee in Domburg voor de deur, dit is nog luxer! De rest van de middag en avond hebben we lekker voor de tent en aan zee geluierd. |
||
![]() Na ons plezierig verblijf op de camping 'U Caseddu' rijden we weer verder richting Bonifacio gelegen bovenop de krijtrotsen op het meest het Zuidelijkste puntje van het eiland. Van hieruit nemen we de Ferry naar Sardine. Een uurtje varen naar Santa Teresa di Gallura. Maar eerst nog het Zuiden verkennen met als uitvalsbasis dus Bonifacio. Helaas is het lastig om via de kust van Porto Pollo af te zakken naar Bonifacio. De meest gebruikte weg is de hoofdweg N196. Onderweg hadden we nog wel een tussenstop bij het 'Plage de Roccapina' breed geroemd om het mooie strand met goede snorkelmogelijkheden. Het strandje ligt onderaan de uit steen geërodeerde "Rocher de Lion" en is alleen te bereiken via een onverharde weg van ca. 2km die je echt niet met regen moet rijden. Een 4-wheel drive zou nu ook al niet gek zijn. Maar de Golf deed het ook goed. Veel slinger- en onverharde wegen waren geen probleem. De onverharde weg deed ons de boekjes geloven dat het een stil baaitje was maar dat was niet waar. Gelukkig waren we er al rond 10:00 en we waren blij dat we na ons snorkelavontuur voor 12:00 weer weg konden. Wat een drukte. Rond 12:00 stonden er zeker 30 auto's en het gehele baaitje was al bezet. Iedereen wil een privé baaitje -en doen daar veel moeite voor- maar als je er met de auto of boot kunt komen gaat dit niet lukken. Ook in het naseizoen dus niet. Het zand was inderdaad, zoals voorspeld, kristal wit maar de vloedlijn lag vol met hopen gras en het water was troebel. Ook boven de rotsen een flink stuk uit de kant. Dus als snorkel locatie (op dat moment) niet ideaal. Afijn, wederom in de auto en na een uurtje rijden kwamen we aan in Bonifacio. We hadden keuze tussen de stadscamping hetgeen we niet wilden en een camping op twee kilometer uit het centrum. Niet direct aan zee, weer onder de bomen en kans op muggen, maar het werd toch 'Cavallo Morto'. Met overigens een goed restaurant. Het was er niet druk en de laatste horde grote -met name Italiaanse- campers gingen dat weekend naar huis. |
||
![]() De eerste dag in de ochtend met de boot naar de 'Lavezzi eilanden' incl. een bezoek aan de grotten 'Sdragonato' en in de middag een wandeling naar 'Capo Pertusato'. Zowel de bootreis alsmede de wandeling zijn zeker de moeite waard. Het wandelpad (op en neer 8km) loopt over de krijtrotsen met prachtige vergezichten op deze mooie rotsformaties. Zo kom je ook weer op dezelfde plekken die je vanaf de boot hebt kunnen bekijken. Het bezoek aan de 'Lavezzi eilanden' is met name mooi vanwege het heldere water en de goede visstand om te snorkelen. Ook vind je er weer van die mooie door weer en wind geërodeerde sculpturen in diverse fantasievormen. De eilanden liggen in een natuurreservaat en de vis is niet schuw en bedacht op harpoenvissers. Verder wel parasol meenemen want er is geen boom te zien op het eiland. En denk niet dat je er alleen bent zoals touroperators suggereren want er komen vermoedelijk wel 1000 mensen per dag. |
||
De laatste dag voor het vertrek naar Sardinië lekker weer een dagje strand. Naar "Plage di Rondinare". Volgens internet tevens een mooie rustige snorkelplek. Voor mijn camera kwam er een mooie kwal en een kleine pijlstaart rog. Moest wel heel diep gaan voor de rog. Ook hier heb ik even parallel gezwommen met een harpoenvisser. Met name inktvis wordt er gevangen. Verder is het een mooi strand. Het baaitje ligt echter niet aan een doorgaande route dus moet je zoals op meerdere plaatsen parkeergeld betalen voor een dagje strand. Ook was het er aardig druk. Mede waarschijnlijk door de dichtbij gelegen gelijknamige camping. Wat overbleef was twee halve dagen slenteren in Bonifacio zelf. Het Saint Tropez van Corsica. Via de mondaine jachthaven naar de oude stad in het bastion bovenop de krijtrotsen. Een heel mooi plekje maar ook toeristisch met flinke prijzen. En ook heel populair voor de oversteek naar Sardinië zoals ook wij hadden geboekt. |
||
![]() Na een uurtje varen met de veerpont kwamen we aan in Santa Teresa di Gallura. Vandaar zijn we direct doorgereden richting Palau naar de camping 'Capo d'Orso' aan de 'Golf van Saline'. Een uurtje lopen van de gelijknamige 'Berenrots'. Een grote camping (450 plekken) met alles erop en eraan maar met alleen de waterzijde bezet toen wij er waren. Dus in de zomer met meer dan 1000 mensen een klein dorp. Voor ons was er een plekje beschikbaar op nog geen tien meter van het strand. Dus genieten! Wat ons direct opviel is dat Sardinië wel een schaaltje groter is dan Corsica. Ruimer en uitgestrekter maar wel met mooie kustlijnen en dezelfde lavarotsen als op Corsica. Wel veel minder motoren. Ook minder spannend natuurlijk omdat inhalen op de meeste wegen is verboden. |
||
![]() |
||
Het was tijd voor weer wat bergen en mooie dorpjes dus zijn we vanaf 'Capo d'Orso' via Olbia zoveel mogelijk via binnenwegen richting Nuoro gereden. Eerst langs de kust via de SP13 naar Alzachena, vervolgens via de SS125 naar Olbia waar je dwars doorheen rijdt. Daarna via de SS729 naar Monti en vandaar met de SS389 naar Nuoro. Een route die bekend is bij motorrijders want hier kwamen we ze weer tegen. Onze eindbestemming was de agricampeggio 'Badu Orgolesu' in Mamoiada die er na aankomst echter niet meer bleek te zijn. De enige camping die wij hebben gevonden in die regio lag hoog in de bergen in het dorpje Oliena. Te bereiken via een klein zig-zag weggetje en onderdeel van het hotel 'Monte Maccione'. Bij uitstel een goed startpunt voor wandelingen in het bergebied 'Sopramonta'. Voor ons echter niet geschikt dus zijn we via de mooie SP22 met een stop in Orgosolo weer naar Mamoiada gereden. Ons vertrekpunt de volgende dag voor de verkenning van het 'Parco Nazionale del Golfo di Orosei e del Gennargentu'. Er was al niet veel keuze in campings in het binnenland dus werd het de B&B 'Perda Pintà da Maria Giovanna'. Een nette B&B met mooie tuin. We kregen natuurlijk geen ontbijt met kaas en brood maar een zoet Italiaans ontbijt met koffie, cake, zoete broodjes jam en andere zoetigheid. Lekker maar wel even wennen na het stokbrood met salami of jam dat we meestal op de camping als ontbijt aten. Opvallend was dat we in Mamoiada -hoewel centraal gelegen- we geen toeristen tegenkwamen. Een klein maar slaperig dorpje met toch aardig wat mensen bleek toen zij na vijf uur naar de bar en/of pizzeria togen. Ook de CRAI-supermarkt was nog lekker ongeremd. Hier kun je aan de kassa nog gewoon een praatje maken met elkaar. Wij hebben hier de pizza van ons leven gegeten. Een halve meter lang en 30cm in doorsnede voor €11,-. Met een lekkere dunne krokante bodem. Je kon amper in de pizzeria zitten maar het afhaal deel was des te drukker. Veel lokale mensen kwamen er een pizza halen. Kennelijk wordt er maar minimaal thuis gekookt. Natuurlijk ook niet gek met deze lage prijzen. Het dorpje Orgosolo is bekend vanwege haar wereldwijde mooie en activistische politiek getinte muurschilderijen. Overigens zeker de moeite waard om eens doorheen te lopen. |
||
![]() Vanuit Mamoiada zijn we door de bergen weer richting de kust gereden. Wederom via smalle binnenwegen. Via de SP389 naar Fonni, vervolgens via de SP7 en Desulo richting Artizo. Dan vervolgens via de SS128 naar Barumini en de historische vindplaats 'Su Nuraxi' daterend uit het bronzen tijdperk. De vluchttorens van het Nuraghevolk vind je door heel Sardinië terug. Soms nog net een ring boven het maaiveld in een boerenakker of soms afgesloten als archeologische vindplaats. Twee ander grote zijn 'Santa Barbara' langs de SS129 en 'Palmavera' vlakbij Alghero. 'Santa Barbara' is gewoon vrij toegankelijk te betreden en te beklimmen. Hoe meer we naar het Zuiden rijden hoe glooiender het landschap wordt tot bijna vlak ten Noorden van Cagliari. Ook kom je langs olijfboomgaarden en de karakteristiek voor Sardinië vele kurk-eiken. Vaak met een lichtbruine stam waarvan de schors kort geleden verwijderd is. Elke 10 jaar wordt deze verwijderd voor de kurkproductie. Rijd je nog meer Zuidwaarts richting Chia dan wordt de kustlijn weer heuvelachting tot deze weer uitmondt met lavarotsen in de Middelandse zee. Ons doel was om vanaf Barumini naar de Oostkust te rijden maar vanwege een slecht-weer voorspelling zijn we afgeweken naar het Zuiden. Daar bleef het weer goed dus in twee uurtjes stonden we op de camping 'Torre Chia' bij het gelijknamige kustplaatsje. Zo snel kan het gaan op Sardinië. |
||
![]() De camping was ook een goede uitvalsbasis voor een bezoek aan de hoofdstad Cagliari en de oude Romeinse stad 'Nora'. Dit was ook de planning voor onze eerste dag in het Zuiden. De Romeinse vindplaats 'Nora' lag maar 15km verwijderd op een schiereiland bij het plaats Pula. Je kunt goed zien dat de Romeinen goed zicht hadden op het kiezen van strategische plekken voor hun steden. De mooiste overblijfselen zijn de mozaiëk vloeren. De vindplaats laat als op zoveel plekken een mix van culturen zien. De eerste bewoners 'Nuraghi', vervolgens de 'Feniciers' en als laatste de 'Romeinen'. Steeds werd er gesloopt en bijgebouwd. Vaak met dezelfde materialen. Na het bezoek aan de antieke stad 'Nora' zijn we naar de hoofdstad Cagliari gereden. Ca. een half uurtje verwijderd van de camping. Je rijdt dan via de SS195 met aan de Westzijde zoutwinning vanuit de aanwezige lagunes en aan de Oost-zijde ter hoogte van de 'Golf van Angeli' twee of drie olieraffinaderijen met portalen met pijpleidingen tot ver in zee. Een rare onderbreking van de kust. De stad Cagliari heeft net als de andere havensteden weer dezelfde kenmerken. Een grote haven, indrukwekkende boulevard, gezellige oude stad onderaan -en deels- in het bastion. Maar zeker de moeite waard om eens te bekijken. Wij waren er op een Zondag en dan is het erg druk. Parkeren is dan gratis en alle terrasjes zijn vol. Na de lunch werd het rustiger. Op de terugweg zijn we niet via de SS195 gereden maar via de parallelle kustweg langs de baai 'Cala 'd Ostia'. Zeker de moeite waard om daar een camping te zoeken. Vlakbij onze camping kun je voor een redelijke prijs eten in het visrestaurant 'Mirage'. Alles vers opgediend en zelf te selecteren in de aquaria. Maar het menu biedt ook een lekkere pasta, pizza en vleesgerechten. Voor de tweede dag hadden we weer een dagje strand gekozen. De camping ligt aan een mooi baaitje met de mogelijkheid voor de kustwandeling 'Antica Strada Romana' ca. 12km (drie uur vice versa) richting 'Pinus Village'. Ook zeker de moeite waard. Aan het eind van de trail kun je weer lekker vis eten in het restaurant 'L'Encanto Del Mar' direct aan zee. Wel even vooraf nadenken hoe je de terugweg gaat nemen. |
||
![]() Vanaf Chia zijn we via de prachtige Zuidkust richting het schiereiland "Sinis Montiferru" gereden. Het was of drie maal twee dagen kamperen of twee maal drie. We hadden voor het laatste gekozen dus één camping halverwege en één camping nabij Port Torres, onze vertrek haven. De Zuidkust is prachtig om te zien. De kust is ook (gelukkig) verboden gebied voor projectontwikkelaars hadden we begrepen. Onderweg zijn we nog gestopt voor de koffie en een wandeling in het levendige maar niet toeristische stadje Iglesias. Wederom met een prachtig oud centrum met mooie kerken en nauwe straatjes. Ook weer zeker de moeite waard. Zeker qua prijs voor een bakje koffie. De helft van de prijs aan de kust. Het gereden traject die dag had veel afwisseling. Eerst de mooie kust (SP71), dan weer cultuur en vervolgens door het bergachtige binnenland via de SS126 weer door tot aan Guspini. Vandaar via de saaie SS196 tot aan onze voorlaatste camping 'Bella Sardinië'. De afwisseling werd mede veroorzaakt door een klein ongeval. Een jongen uit een Zwitserse familie die op de fiets op de SS195 reden reed tegen onze auto aan. Ze fietsten achter elkaar op een recht en overzichtelijk stuk maar kennelijk zonder de fietservaring van Nederlanders. Onze auto stond half in de berm geparkeerd voor een fotostop. Linker achterlicht stuk en wat krasjes. Ons eerste en enige ongeval bij 5.500km rijden. |
||
![]() De camping was verder rustig, goedkoop (€18,-/nacht) en had een goed restaurant. Ook was de camping muggenvrij. Dit door een anti-muggen behandeling, volgens de receptioniste, van 14 dagen geleden. Dus meer pesticide en minder muggen vermoedelijk. Maar ook minder vogels en andere insecteneters. In elk geval wel lekker 's avonds voor de tent. |
||
De volgende dag zijn we op zoek gegaan naar flamingo's. In het najaar stoppen er volgens de boekjes wel 8.000 om bij te tanken op weg naar Afrika. Wat moet dat mooi zijn. Wij krijgen spontaan een deja-vu over ons bezoek aan 'Lake Nakuru' in Afrika. Helaas hebben we er maar een stuk of 20 kunnen vinden in het kleinere en slecht bereikbare 'Stagno di Benas'. Dit was de enige lagune waar nog wat water in stond. Daarna was het tijd voor een lunch op strand en de rest van de dag zonnen. Er is keuze genoeg. Wij kozen voor het fijne zandstrand 'Pitzu Idu'. Als afsluiter die dag zijn we met de ondergaande zon begonnen aan de kliffenroute nabij 'Capo sa Sturaggia'. Totaal wel zes kilometer kustlijn. Heel mooi om te doen. Hier stort de zee zich tegenaan de rotsen met steeds opnieuw vanuit elke baai prachtige vergezichten. Onderweg hebben we niemand gezien. Er is zoveel strand dat je echt nog de ruimte hebt om alleen te zijn. |
||
![]() Vervolgens doorgereden naar het kleurrijke dorpje Bosa. Ook wel weer herkenbaar maar zeker de moeite waard om het oude centrum te bekijken. We hadden het ook op weg naar onze volgende campingplek kunnen bezoeken maar zo als rondrit gepland kwam het beter uit. Vandaar richting de 'Nuraghe Santa Barbara'. De toegang ligt aan de snelweg maar echter vanaf één rijrichting te bereiken. Er is vrij toegang en het is zeker een kwartiertje lopen waard. Je kunt er in en via een draaitrap er op. Voor zover wij konden inschatten vrij origineel en met een goede impressie uit die tijd. Onze laatste stop die dag was in het bergdorpje Santa Lussurgiu. Wederom met veel 'High-lights' die we al eerder hebben gezien in deze dorpjes. Wel bijzonder was de draaiende ijs-carrousel in het kleine restaurantje op het centrale plein. Hier hebben we samen tussen de gepensioneerde mannen en spelende kinderen ons ijsje op mogen eten. Daarna zijn we via de -inmiddels ook bekende- slingerende binnenwegen terug naar de camping gereden. |
||
![]() Op naar de laatste camping voordat we de veerpont huiswaarts nemen. Er zijn veel campings aan de kust en ze allemaal bekijken voordat je boekt gaat niet dus het is soms ook wel geluk als eea goed uitpakt. Is de camping echt slecht, en heb je tijd, dan rijd je verder maar soms is het een compromis en achteraf heel goed of soms minder. Het tentenveld van de camping 'Torre del Porticciolo' waar je met de auto bij kon staan was erg klein. Onze tent kon maar net op één plek staan. Omdat het niet druk was konden we ook nog wat afstand met onze buren houden maar in het hoofdseizoen sta je soms een halve meter uit elkaar. Het sanitair was daarentegen heel goed. Inclusief alle ander voorzieningen op de camping. Het mooiste was dat de camping op ca. vijf minuten lopen lag van een schitterend zeg maar privé baaitje. De camping lag vlakbij het gelijknamige dorpje op zeg maar een half uurtje rijden ten Noorden van Alghero. Wederom hadden we drie dagen om de omgeving te verkennen. De eerste dag weer via de binnen wegen en de "S.S. Trinita de Saccargia' naar Castelsardo. Een flink stuk rijden maar zeker de moeite waard. Je wordt stil van de schoonheid en kracht als je de in Pisaanse stijl opgetrokken "S.S. Trinita de Saccargia" gaat bekijken. Ca. 3000 jaar oud midden in het 'Riu Murroni' dal opgetrokken uit lagen van afwisselend kalksteen en basalt. Zeker niet te missen als je in de buurt bent. Na de lunch zijn we doorgereden naar Castelsardo. Door mooie en eenzame dalen met af en toe en moderne windmolen. Het oude centrum van Castelsardo licht bovenop een heuvel ingesloten in een bastion. Natuurlijk evenals Alghero, Bonifacio, Calgiari etc...... Ook hier ingericht met gezellige terrasjes en winkeltjes. In elk geval goed voor een koffie en het strekken van de benen. We zijn via de kustweg en wederom de vele mooie stranden en Porto Torres terug gereden naar de camping. Het was een lange dag maar wellicht de laatste keer om deze plekjes te bekijken. |
||
![]() |
||
![]() We hebben het bezoekje afgesloten met een lunch aan zee met natuurlijk pasta en 'Frutta Di Mare' en lekker Italiaans ijs na. Daarna zijn we rond 14:00 nog naar het stads-strand geweest. Zeker niet minder dan andere stranden maar met een gas geur vlakbij de haven van rottend zeegras dat er ophoopt. Het viel ons op dat er naast de Thaise dames -die je een massage aanbieden- er ook een oud baasje op het strand liep. Hij liep de flanerende dames in bikini's met blote billen te aanschouwen. Waar zou hij aan denken? Hoe anders zou het strand er 60 jaar geleden in zijn jeugd uit hebben uitgezien. Vermoedelijk lagen er toen houten kleine vissersbootjes en waren de mannen bezig met het repareren van de visnetten. |
||
![]() De reis naar huis verliep vervolgens goed. 12 uur op de boot met toch wel een stevige wind. Vervolgens weer 14 uur onderweg naar huis. Geen files en met een regelmatige stop ging alles goed. Om 22:00 de volgende dag dus stonden we voor de deur in Domburg. Einde van vijf weken Middelandse zee. En dit zonder televisie en of krant. |
||
![]() Als je ons nu vraagt welk eiland van de twee de voorkeur heeft moeten we het antwoord schuldig blijven. Dit is sterk afhankelijk van wat je zoekt en waar je van houdt. Corsica is kleinschaliger, groener, bergachtig en toeristischer. De natuur op Sardinië is even mooi maar weidser. Het leven op Sardinië lijkt leek ons authentieker en minder op toerisme gericht. Corsica lijkt meer op één groot vakantieoord. De (lava) rotskusten van beide eilanden zijn vergelijkbaar. Sardinië heeft wel meer mooie langgerekte stranden. Beide landen zijn hoofdzakelijk Katholiek wat je terug ziet in mooie kerken, basilieken en kathedralen op de eilanden. Verder is Sardinië een stuk ongerepter en rustiger dan Corsica. Het grote verschil bemerk je vooral in het binnenland. Dan zie je in Sardine meer ruimte voor landbouw en in Corsica nagenoeg niet. Je kunt je ook sneller bewegen op een beter en vlakker wegennet. Maar als je 14 dagen voor het strand komt zul je het verschil, anders dan de taal, tussen beide eilanden niet bemerken. |
||
|
||
Algemene informatie
|